
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Artikel 68 Betaling vakantiebijslag
1
In afwijking van artikel 67, eerste lid, betaalt het UWV een gedeelte van de uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat als vakantiebijslag jaarlijks in de maand mei over de aan die maand voorafgaande twaalf kalendermaanden, of, indien het recht op uitkering eerder dan in de maand mei geheel eindigt, in de desbetreffende kalendermaand. De vakantiebijslag bedraagt 8/108 van de uitkering.
2
Indien het percentage van de vakantiebijslag, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, wordt gewijzigd, wijzigt de in het eerste lid genoemde breuk dienovereenkomstig. Het gewijzigde percentage wordt in aanmerking genomen over de uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat vanaf de dag waarop de wijziging ingaat.
3
Op de toekenning van vakantiebijslag zijn de artikelen 3:41 en 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
4
Bij ministeriƫle regeling kunnen met betrekking tot het eerste lid nadere of afwijkende regels worden gesteld.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.